Notes/Extracurricular/Dutch/Hoofdstuk 2.md

Grammatical rules

Comparison

Grote -> Groter -> Grotst

Possesion

• van
  • Het boek is van Felicia.
• 's
  • Het is Felicia 's boek.
• Possesive pronouns
  • Het is haar boek.

Sentence structure

!Sentence Structure

Possessive pronouns

Posessive Pronouns (EN)	Personal Pronouns (NL)	Posessive Pronouns (NL)
My	ik	Mijn
Yours	jij / ze	Jouw/je
Yours (formal)	u	Uw
His/Hers	hij, zij / ze	Zijn/Haar
Ours	wij / we	Ons/Onze
Yours (plural)	jullie	Jullie (je) if not stressed
Theirs	zij / ze	Hun

Ons and onze

• Ons for neuter singular nouns - when het is the Linguistic Terms#Parts of speech in front

Ons boek

• Onze is used for everything else (e.g. docent)

Onze docent

Linguistic Terms#Interrogative Pronouns

English	Dutch
Who	Wie
How	Hoe
How many	Hoeveel
What	Wat
Where	Waar
Which	Welk(neuter)/Welke
When	Wanneer
Why	Waarom

Pronunciations

Linguistic Terms#Emphatic forms on een

Whenever emphasized, een is pronounced eihn, while when not emphasized, it is pronounced as eun

Vocabulary

• invullen -> to fill in (to "infull")
• er -> there
• dezelfde -> the same (coming from itself)
• betekenis -> meaning
• begrijpen -> to understand
• vragen -> to ask
• ander/en -> other(s)
• tellen -> to count
• blijven -> to stay (when conjugated, v->f)